Fietstocht van Wijk bij Duurstede naar Santiago de Compostela.

 

In januari 2019 zijn we begonnen met de voorbereiding van onze tocht naar Spanje.

Mijn zwager Dick en ik (Johan) vertrekken 24 mei  2019 naar Santiago.

We rekenen op een redelijk zware tocht, want we nemen de oostelijke fietsroute Langs Oude Wegen. We starten echter niet in Aken of Maastricht, maar fietsen vanuit Wijk bij Duurstede naar Huy aan de Maas en vervolgens langs de Maas naar Dun-sur-Meuse en daar gaan we verder Langs Oude Wegen deel 1 en deel 2. Bij de Pyreneeën volgen we de St. Jacobs Fietsroute deel 3 vanaf Oloron-Ste.Marie aan de voet van de Pyreneeën.

Op degelijke trekkingfietsen zullen we de tocht maken met overnachtingen op adressen van Vrienden op de Fiets, campings, herbergen en chambre d'hotes, B&B's en hotels. 

De pelgrimswegen zijn van oudsher al beschreven en wij volgen een beschreven fietsroute die onderweg veel laat zien van pelgrimsoorden en streken.

Het gaat ons om het reizen met de fiets en de belevenis daarbij onderweg. Eigenlijk hebben we alle tijd want we zijn al met pensioen.

Onze terugreis met de nachtbus van Cycletours vanuit Aguilar de  Campoo is geboekt voor 13 juli 2019. Om deze bus te halen zullen we vanuit Santiago terug fietsen over de Camino Antigua naar Aguilar de Campoo. Dat is nog zo'n 530 km. 

 

Onze fietsen staan er goed voorbereid bij. 

Ons begin van de route Langs Oude Wegen bij Dun-sur-Meuse.

Dit zijn onze trekkingfietsen met 27 versnellingen en hydraulische velgremmen. Absoluut noodzakelijk om in de bergen te fietsen.

Zeker over de Pyreneeën en in het noorden van Spanje op weg naar Santiago. Op beide fietsen zijn voordragers gemonteerd zodat er waterdichte voortassen op kunnen. Daarnaast gebruiken we waterdichte achtertassen, een stuurtas en waterdichte zakken op onze bagagedrager.

Verder hebben we natuurlijk lichtgewicht kampeerspullen.

Hier staat onze Huba NX driepersoonstent met twee ingangen. 

Handig omdat je elkaar niet in de weg zit met de tent ingaan etc.

Naast campings zullen we gebruik maken van overnachtingen in herbergen via Het genootschap van Sint Jacob.

We zijn lid geworden van dit Genootschap en daarmee ook pelgrim met een pelgrimspas.

In deze pas verzamelen we stempels bij kerken, kloosters, abdijen en herbergen om uiteindelijk in Santiago de Compostela aan te tonen dat we inderdaad de tocht hebben gefietst.

Op zaterdag 25 mei vanuit Schaft naar Belgie over een oud spoorwegtraject dat deels fietssnelweg is geworden. Door de Limburgse Kempen richting Hasselt over soms luxe fietspaden. Via knooppunten één rechte weg. Voorbij Hasselt naar het zuidoosten richting Tihange tussen boomgaarden met allerlei soorten fruit. Heuvelachtig terrein. Even onze regencape gebruikt maar daarna werd het beter weer met zo'n 19 graden.

Zoeken naar ons hotel door allerlei omleidingen,waar zelfs google maps geen raad wist.

Uiteindelijk 115 km gefietst en we hadden 103 gepland.

 

We hebben de route opgeknipt in stukken van 70, 80, 90 of meer km's afhankelijk van dagroutes , zwaarte van dat deel en overnachtingsplekken. Onze ervaring is dat het meestal iets anders loopt,  maar globaal komen de trajecten er zo wel uit te zien. De routeboekjes geven een goed beeld van wat ons te wachten staat en er staan veel beschrijvingen in van steden en bezienswaardigheden. Geen idee of we aan veel bezichtigingen toe komen. Dat  zal afhangen van omstandigheden, onze voorkeuren en fysieke conditie op die momenten dat er iets te zien is.

Vrijdag 24 mei fietsen we vanuit Wijk bij Duurstede over de pont bij de Lek dwars door de Betuwe. Bij Zaltbommel gaan we de Waal over en bij Hedel over de Maasbrug naar Den Bosch.

Vervolgens via Eindhoven en Valkenswaard naar Schaft dicht bij de Belgische grens voor een overnachtingsadres van Vrienden op de Fiets.

Het vertrek vanaf Wijk bij Duurstede was om ongeveer om 9.00 uur. Mooi weer en een goede fietsdag. Met ruim 94 km in de benen waren we omstreeks half vijf in Schaft. De km-teller van Dick stond niet goed afgesteld. Daarom ging het in het begin erg snel. Daarna zijn we rustiger gaan fietsen. Spullen zoeken in onze fietstassen is nu nog even lastig, maar zal steeds makkelijker gaan.

Een kasteel om te overnachten maar wel bij de kerncentrale, waar we overigens geen last van hadden. Tot nu toe dan.

Vandaag zondag 26 mei ging de tocht verder langs de Maas. Mooie fietspaden werden afgewisseld door zeer slechte stukken. Via Huy,  Namen (zie foto) , Dinant en Givet (Frankrijk) naar Niverlee in Belgie. In de laatste 15 km veel klimmetjes uit het dal van de Maas naar Niverlee. Een klein plaatsje met 82 inwoners en met een adres van Vrienden op de Fiets. Met de pot mee-eten was een goed idee.

Vanuit onze kamer kijken we uit op een dal en de koeien in het weiland.

Maandag 27 mei met regen gestart en terug naar de Maas. Na een uur of twee op zoek naar koffie. Gevraagd aan een echtpaar waar er iets te krijgen was en we werden uitgenodigd bij hen thuis koffie en thee te drinken. Onze natte kleding kon intussen uit, want het werd beter weer.

Met wat verhalen aan de keukentafel en een koekje bij de koffie was dit voor ons een verrassende ontmoeting. Zie foto.

De tocht ging verder langs de Maas naar Charlesville-Mezières. Ons Premier Classe !!!hotel zonder ontbijt was pas open om 17.00 uur. Dus eerst even boodschappen gedaan voor avondeten en ontbijt. Charlesville-Mezières heeft een mooi stadsplein met veel oude huizen. Wij zaten meer aan de buitenzijde van de stad. Onderweg passeerden we meerdere sluizen. Stroomopwaarts van de Maas zijn flinke hoogteverschillen door barrages.

Bij sluis nummer 47 staat Dick alles te inspecteren toen nog in de regen.

Zoals we eerder schreven gaat morgen de rit naar Dun-sur-Meuse. Tot hier hadden we besproken in verschillende onderkomens.

De dag daarop gaan we de fietsroute Langs oude Wegen oppakken en is er weinig planning voor de volgende dagen en zien we wel hoe het gaat. Het zal in ieder geval een stuk rustiger gaan, want we fietsen dan op de kaartjes met tips over bezienswaardigheden etc.

Dinsdag 28 mei dan het vervolg naar Dun-sur-Meuse.

Van de voorspelde hevige buien hebben we weinig last gehad. Net op tijd koffie drinken en een boodschap doen en de bui gaat deels over.In de regenkleding verder, maar daarna viel het mee met de regen.

Onderweg de Maasroute gevolgd. Staat slecht aangegeven en de route ging veel over gewone meestal  rustige d-wegen, maar wel op en af. Niet echt dichtbij de Maas. Na Sedan zijn we niet meer dicht bij de Maas geweest.

Vandaag zo'n 78 km tot onze B&B. We mogen mee-eten aan de keukentafel.

Woensdag 29 mei uit Dun-sur-Meuse door een  heuvelachtig gebied met veel oorlogslittekens van WO I.

Na de bossen volgen nu de akkerlanden en weilanden van de Franse graanschuur. Uitgestrekte velden en vergezichten over een verder vrij leeg gebied. Enkele kleine plaatsen en een of twee wat grotere stadjes.

In de Herherg in L'Epine was geen plaats omdat er een grote groep was gekomen i.v.m. Hemelvaart.

Drie dames deden hun uiterste best om alsnog elders onderdak te zoeken. Helaas lukte dat niet.

Wel kregen we een stempel in ons paspoort. Bij het tekenen zagen we een lijst met zeer veel Nederlandse namen.

Op dus naar ons volgende Premiere Class!!! Hotel. Weinig voor weinig.

 

Vandaag 30 mei, Hemelvaartsdag, zijn we al vrij snel in Chalon-en-Champagne.

In de Baseliek was een mis bezig en daarom eerst maar even de stad in. De eerste echte grote stad op onze route. Erg rustig vanwege Hemelvaart. Vakwerkhuizen hadden we daar niet verwacht. Naast de Basiliek is er nog een Kathedraal en vlakbij nog een grote kerk. De kathedraal is een mooi en indrukwekkend gebouw. 

Toen de mis voorbij was konden we beter in de kerk en naar het infocentrum. In de kerk zijn zeker vier kleinere altaren naast het grote altaar. Ook de biechtstoelen waren nog intact.

De gebrandschilderde ramen geven deels de geschiedenis van Chalon weer en natuurlijk de kruisweg van Jesus.

 

Natuurlijk pasta met gehakt, groente en saus. Wijntje erbij van de gastvrouw en zo was ons eerste eigen diner een succes.

 

 

Bijna waren we hier gisteren niet gebleven. Eigenlijk zag het er niet best uit. Maar het volgende adres was ruim 25 km verder en onzeker.

Net op tijd kwam een vriendin bij de eigenaresse en er was een kamer beschikbaar. Daarna werd het buitentoilet en de buitendouche schoongemaakt en wat gerepareerd met de Franse slag, maar voldoende voor ons. Aardige mensen die zelf op bedevaart naar Portugal gingen naar Fatima.

Wij dus blij met een korte dag van ongeveer 35 km.

De kathedraal St. Pière van Troyes.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De fiets is weer gemaakt en we gaan Troyes verlaten.

 

We zijn een kwartiertje onderweg en bij een lichte klim breekt de ketting.

 

Met eigen gereedschap en materiaal is het gelukt de ketting weer te herstellen. 

In de kerk hebben we een kaarsje aangestoken voor een voorspoedige reis en als bedankje naar onze geliefden.

Helaas bleek het infocentrum op Hemelvaartsdag gesloten, zodat we geen stempel konden ontvangen.

Na Chalons-en-Champagne ging de route langs een oude kapel St.Gibrien. Vervallen en niet te bezichtigen. Viel nogal tegen.

De weg bleef vervolgens licht stijgen tot onze stop in Letrée bij een grote oude manage waar geen paard te zien was. Ergens ver weg in de wei liep een paard.

Jeanne d' Arc zou daar bij de kerk gebeden hebben in 1429, waarna de overgave van Chalon bekrachtigd werd. Een en ander is zien op een gedenksteen bij de kerk in Letrée.

Er was een kamer beschikbaar en dat was het dan. Buiten is de douche en het toilet. Eten hebben we in l'accueil (dat is het aanmeldingskantoortje) gemaakt, want verder was er toch niemand. En morgenochtend zorgen we zelf voor het ontbijt. Dus kamperen met een kamer.

Bij ons vertrek vanmorgen vrijdag 31 mei nog een foto gemaakt van deze officiële overnachtingsplaats van Compostelagangers.

Vervolgens weer langs akkers en velden richting Troyes.  

Op de foto zie je dat je nietig bent in dat grote landschap. Je voelt je ook klein.

 

 

 

In L'Huitre bij de kerk was sprake van een maagd die werd onthoofd vanwege haar geloof. Na de excecutie nam zij haar hoofd op en liep naar haar graf. Een en ander gebeurde in de twaalfde eeuw.

 

Op de kerkfoto zie je een figuur staan die onthoofd lijkt te worden. Na dit gebeuren werd deze plaats een bedevaartsoord.

Deze grote kerk in een klein dorpje was nodig om de vele pelgrims die naar deze plaats kwamen een schuilplaats te bieden.

Onderweg was er weinig te krijgen in de kleine dorpjes. Gelukkig hadden we genoeg bij ons voor deze dag.

 

Op de camping in Pont-Sante-Marie vlakbij Troyes hebben we voor de eerste keer onze tent gebruikt.

Kennisgemaakt met de buren en gesproken over allerlei kampeeractiviteiten en natuurlijk over onze tocht naar Santiago.

 

 

Morgen naar Troyes om een fietsenwinkel te zoeken en de spaken te laten controleren.

Zaterdag 1 juni In Troyes een fietsenzaak gezocht en de spaken laten natrekken. Dat was nodig omdat er een nieuw wiel in Nederland ingezet was. Met het zoeken naar de fietsenmaker verloor ik mijn routeboekje. Snel terug en gelukkig lag het boekje nog gewoon op straat. Zonder boekje zou de tocht heel lastig worden.

Troyes is een grote stad en de Seine doorkruist hier de stad en het gebied. Ook de Marne hebben we onderweg overgestoken. Deze rivieren gaan ook naar Parijs.

Er zijn heel veel kerken in Troyes en veel oude gebouwen, ook weer veel vakwerkhuizen.

We moesten wachten en zijn naar de Kathedraal St. Pière gegaan. In de kerk kregen we een stempel voor de reis naar Santiago. Ook hebben we kaarsje opgestoken voor de nieuwgeborene in onze familie Evi, dat haar leven met voorspoed en goede gezondheid zal verlopen.

Daarnaast een  kaarsje voor een op 23 mei overleden oud-collega Ab van Amerongen. Goede vent en fijne collega.

Na de reparatie doorkruisen we het gebied verder. Soms langs kleine beken en riviertjes.

Opvallend vaak zien we over of bij zo'n riviertje een oude wasplaats. Een zelfs met een soort wringer.

De wasplaatsen zijn er in meerdere varianten. Wel een bijzonder gezicht en vaak in kleine gehuchten.

 

Verderop in Ervy zagen we een ronde oude markthal, prachtig en tegenwoordig in gebruik door de vvv.

 

Na Evry kregen we nog een aantal flinke klimmen voor de kiezen in een landschap dat langzaam veranderde van graanvelden naar druivenvelden. De streek van de Chablis en de Bourgogne.

Ook hier pronken ze graag met de jacobsschelpen.

 

Hierboven een foto van Auxerre.

Eindelijk na een lange afdaling kwamen we in Auxerre. Koffie en thee en net als op de camping met een studente ook hier een jonge barman  die met ons  Engels wilde praten. Daarna werden door hem onze bidons met ijskoud water gevuld en ook nog met ijs erin en tijdelijk door hem bewaard in de koeling. Heerlijk lekker Water.

Auxerre is een grotere stad met een grote kathedraal. De rivier de L'Yonne is hier goed te zien en loopt dwars door de stad.

 

 

Na Auxerre lonkte het jaagpad van het Canal du Nivernais. Eigenlijk langs de L'Yonne en bedoeld als aanvoerroute voor Parijs.

Het jaagpad is een mooi fietspad geworden.

In Accolay zijn we op de Camping Municipal en dat is een Jacobscamping met caravans. Zo`n caravan was te gebruiken door pelgrims. Wij hebben onze tent opgezet. 

Ook was hier een stempel voor onze pelgrimspas te verkrijgen. Een mooie fietsdag met zo'n 75 km.

Onze buren hadden pizza besteld en gegeten. Wij kregen nog driekwart pizza als ons voorgerecht. Later op de avond nog bij de buren op de koffie en de thee.

 

Maandag 3 juni is ons eerste doel Vézelay. Het eerste deel ging nog over het jaagpad van het Canal du Nivernais. Onderweg zagen we rotsmassa's waar veel geoefend werd door alpinisten.

 

Vanaf  Chatel -Censoir moest er weer serieus geklommen worden. Om ongeveer 13.00 uur waren we in Vezelay. Bij de kathedraal was het pelgrimshuis, maar pas vanaf twee uur kon men daar weer terecht om een stempel te halen.

Wij hebben ondertussen wat gegeten en gedronken en de eerste kersen gekocht. Daarna teruggelopen en met een goed gesprek over de fietstocht ontvingen wij de stempels. Er was veel belangstelling voor ons routeboekje. En natuurlijk kregen we adviezen voor het vervolg van de tocht.

 

Hieronder een foto van Vézelay.

 

 

 

De kerk in Nevers met het graf was niet groot en de tombe toonde een klein frêle meisje dat gebalsemd was en de handen en het gezicht waren met was behandeld. Bernadette lag in haar nonnenpij.

Ook hier hebben we een stempel ontvangen.

Rond half zes waren we in Nevers op de camping aan de Loire. Even de brug over en uitrusten maar weer. Het was een mooie dag met heel wat klimwerk.  Zo'n 70 km vandaag. Volgens de hostess van de auberge redelijk plat. Voor Fransen dan.

 

Vandaag hebben we zo'n 48 km gereden en zijn we gekomen in Ervy-le-Chateau op de Camping Municipal Les Mottes.

Morgen gaan we richting Auxerre.

 

 

Zondag 2 juni vanaf onze camping naar het dorp Ervy-le-Chateau. We reden recht op een mooie poort af, maar het was niet toegestaan er doorheen te fietsen. Dus Dick moest terug. 

Dinsdag 4 juni gaat de tocht verder naar Nevers.

Allereerst willen wij jullie bedanken voor de reacties op onze blog. Hartverwarmend, mooi en ondersteunend voor ons. De eerdere reacties kreeg ik op de site niet goed mee naar onder. Die bleven in het midden staan. Wij misten die dan. Door onhandigheid van mij zijn die verdwenen. Nu probeer ik de reactie hieronder te houden en moet het goed gaan. Ik ben geen professioneel blogbeheerder.

Onderweg naar Nevers kwamen we bij een auberge van compostela. Koffie en thee gehad en over onze tocht gesproken in een prachtige omgeving. Vanzelfspreken ook hier een stempel gekregen. Op dit traject zagen we de eerste wandelaars als echte pelgrims lopen.

Later op de camping in Nevers een Belg lopend onderweg naar Santiago. Nog 1500 km te gaan. Respect.

 

 

 

 

Woensdag 5 juni toch nog even terug naar Nevers en een schoenhersteller gezocht. De regenoverschoen begon te rafelen.

 

 

 

Vanaf de camping is er een mooi stadsgezicht en op de foto is de kathedraal St. Cyr-et-Ste. Julitte te zien. Het schone deel rechts is al gerestaureerd.

 

De camping was druk met veel trekkers, caravans en campers van alle nationaliteiten.

 

Het vorige traject ging voor een deel door het Parc de Morvan, nu verlieten we de Nièvre en nu naar het gebied van de Berry.

 

 

Eerst waren we nog aan de Loire, maar al snel passeren we de Allier over een aquaduct met sluizen voor de scheepvaart. Deze sluizen werken nog steeds goed. De rivier Allier mond uit bij Nevers in de Loire. Het is een vrij brede rivier met zoals bij veel rivieren barrages en sluizen.

 

 

Dat deze steden vaak hoog liggen heeft te maken met de rooftochten en veldslagen van o.a de hunnen. Steden werden verplaatst naar hoger gelegen delen. Niet al die hoge vestingen zijn nog intact.

Na Vézelay weer regelmatig klimwerk maar ook heel mooie afdalingen. 

Net voor de camping in Chaumot, die door Nederlanders wordt gerund, konden we nog eten kopen voor ons avondmaal.

Ook op deze camping werd een stempel gegeven voor onze pelgrimspas.

In Nevers zijn we eerst naar de kathdraal geweest. Deze kerk werd gerestaureerd en binnen is het heel groot midden en zeer ruime zijbeuken. Heel erg koel in deze kerk. Beneden was te zien dat een lichaam gebalsemd werd in een beeldenpartij. 

Vervolgens naar het graf van Bernadette. Foto's mochten daar niet gemaakt worden, maar buiten was een soort replica van de grot in Lourdes. Meerdere bezoekers staken kaarsjes op, gingen door hun knieën en maakten kruisjes etc.

Onderweg zien we veel aanwijzingen voor de route zoals op de foto te zien. 

Wij zagen ook een schelp bij een huisadres en dat zou een auberge kunnen zijn. Toen we zochten met behulp van een buurvrouw  (echt hulpvaardig die Fransen voor een pelgrim) bleek dat we dwars door een korenveld moesten om bij een soort hut te komen. Dat hebben we maar gelaten voor wat het was.

Het Canal du Berry was een belangrijk kanaal dat tot 1958 nog werd gebruikt voor lange smalle boten. De sluizen die we passeerden waren ook erg smal en zo te zien niet meer in gebruik. Hier en daar zijn zowel het jaagpad als het kanaal overwoekerd.

Vandaag was het landschap plat op zijn Frans en we zagen veel vee in de grote weiden. De dieren hebben hier alle ruimte, met weinigen in grote weiden. 

Veel graanvelden zagen we niet meer. Een papaverveldje viel ons nog wel op.

We reden eigenlijk steeds achter de regenbuien aan, maar tegen 16.00 uur was het gedaan met het mooie weer. De camping was geen optie meer. De herberg nam geen telefoon op en de herberg op de camping bleek volgens de VVV een soort tentenkamp in de regen. Via de VVV een chambre d'hote gezocht en we kwamen terecht bij Nederlandse eigenaars. Toen we zochten naar het adres stond de eigenaar langs de weg al te zwaaien waar we moesten zijn. Fietsen, fietsregenkleding en de tent mochten in de kelder drogen. Wij een kamertje en een culinaire maaltijd.

Deze dag was met 77 km naar St. Amand-Montrond goed gegaan. Jammer van de hevige regen op het laatst. Daar bleek het echter al de hele dag al te regenen.

Donderdag 6 juni gaan we richting La Châtre. Boodschappen moesten we hier doen want verderop was er weinig te verkrijgen. 

La Châtre heeft nog veel oude huizen en op veel gevels staan beeldjes. Klein maar toch goed zichtbaar.

In Cluis, een kleinere plaats verderop, wilden we overnachten in een herberg van compostela om dat ook een keer mee te maken. Helaas complète. Vol dus. Wel een tampon, een stempel ontvangen.

Vlakbij zou een camping zijn. Toch niet zo vlakbij, helemaal niet dus.

Dan maar naar Fougères les plages aan een groot stuwmeer van de rivier La Creuse.

We waren laat op de camping, een lege camping. Receptie gesloten. Al met al 107 km in de benen. Niet de bedoeling.

Volgende morgen afgerekend.

 

Vrijdag 7 juni regende het al een beetje bij het opstaan. We vertrokken in regenkleding en met natte spullen.

Daarbij stond er veel wind, vooral tegenwind. De windstoten en de regen maakten ons erg koud. De eerste opwarmbeurt was bij de warme bakker met koffie en thee. Dat bleek een goede keus, het klaarde iets op.

De rukwinden, de tegenwind en de hevige regen dreven ons naar een herberg van compostela in La Souterraine. Deze bleek net deze avond gesloten te zijn. De beheerder kon ons wel een stempel geven. Volgens hem zou de middag verder redelijk droog blijven, alleen de wind zou niet afnemen. En 20 km verderop was nog wel overnachting te vinden.

Een ander Belgisch koppel dat we eerder hadden ontmoet, ving eveneens bot.

Omdat er in La Souterraine geen camping was, hebben we eerst boodschappen gedaan en zijn toen weer gaan fietsen.

Toen de regen weer kwam en de rukwinden ons regelmatig uit balans brachten, vonden we onverantwoord om nog verder te fietsen.

We vonden een gîte in Saint-Priest-la-Feuille met een Frans ontbijtje van stokbrood, jam en boter met koffie of thee. Wel een vriendenprijsje. Lang geleden dat een van ons in een stapelbed lag.

Omdat we een uur moesten wachten op madam, hebben we ons opgewarmd bij een Nederlandse wandelaar die eveneens gestrand was. De wandelaar was al aangemeld en had een ruime kamer voor twee tot drie personen. Wij kregen een eigen kamer met gedeelde keuken.

Ook was er een Duits wandelechtpaar dat wel tevoren had geboekt.

Deze dag zo'n 47 km en het was een erg koude en natte fietsdag. Gelukkig hadden we een goed avondmaal bij ons.

Na het ontbijt kregen we een stempel.

Hiernaast de Abdij

Zaterdag 8 juni veel klimmen en minder dalen. Gestaag hoger dus richting Bénévent-l'Abbaye.

De abdij was vroeger een baken voor pelgrims omdat hij hoger lag en goed te zien was. Veel kerken en abdijen liggen hoog. Dat betekent vaak klimmen. De kleinere plaatsjes liggen vaak in het dal en waren minder beschermd.

 

Onderweg zien we veel houtzagerijen en stapels hout en bomen. In veel huizen gebruikt men houtkachels omdat het goedkoper is. Of in combinatie met elektra. Zo zagen wij dat in de B&B's.

Veel  houtkap dus in dit gebied.

Uiteindelijk  we na zo'n 70 km beland op een camping in St.Léonard-de-Noblat. 

De camping ligt aan de rivier Tard en La Vienne.

Zondag 9 juni startte met regen en daarom het ontbijt in de tv-zaal op de de camping  gemaakt.

Met Pinksteren hebben we ook maar eens een lekker gekookt eitje gemaakt.

De 38 km van vandaag leken er veel meer.

Onze Nederlandse buren op de camping kregen net als wij het aanbod van de glamping. Ook zij zijn onderweg naar Santiago.

Opnieuw een ervaring die past in het beeld van het onthaal van caminogangers.

 

Zicht op het oude centrum.

De oude spoortunnel.

In de kerk in Donzenac

 

 

Na Donzenac zijn we naar Ussac in een hotel B&B gegaan. Al onze spullen zijn weer droog.

Vandaag ongeveer 85 km gefietst. Morgen steken we de rivier de Corrèze over bij Brive . Daar zijn we nu vlakbij.

 

Dinsdag 11 juni

Brive is een gezellige en drukke stad. Hier gebeurt veel met betrekking tot het gebied van de Corrèze. Het is eigenlijk het bestuurlijk en cultureel centrum van dat gebied. We zijn in een grote markthal geweest en de VVV is gevestigd in een oude uitkijktoren.

Bij de VVV hebben we een stempel ontvangen. Ook hier heet de kathedraal St. Martin, net als in Donzenac. Martin "de Spanjaard" was een geloofsverkondiger die gestenigd is op de huidige plaats van de kerk. Gigantische pilaren en bogen had deze kerk. Voor een goed vervolg van onze tocht hebben we bij het beeld van Martin een kaarsje opgestoken.

En ook hier zagen we een beeld van Bernadette van Lourdes.

Bij bovenstaande graftombe in de kelder zijn we geweest.

 

Na het ontbijt was de regen nog niet verdwenen en zijn we onze kleding gaan wassen, zodat een wasdroger op de camping de rest kon doen.

Na de tweede droogbeurt was het wasgoed min of meer tasdroog. Kortom een beetje vochtig.

Tussen de buien door ook de tent nat ingepakt en om 12.00 uur vertrokken we in regenkleding. Een onduidelijke aanwijzing in het routeboekje betekende een extra klim van 3 km. Ons Belgisch koppel deed alles goed, dus het zal aan ons gelegen hebben.

Veel klimmen en dalen in het gebied van de Limousin, zo'n 90 km oostelijk van Limoges. Dit gebied is nu erg groen met alle regen die er valt.

Vóór ons was de regen verdwenen en kwam zoals zo vaak de zon.

Een lange klim van 7 % in het slot van deze dag, bracht ons bij de Camping Montréal in St.Germain-les-Belles.

Een kleine camping met Nederlandse beheerders. Toen we aankwamen bij de receptie kregen we direct het aanbod voor Glamping voor 15 euro. Goed ingerichte tent voor 5 personen. Alles konden we gebruiken en onze natte spullen drogen. Uitstekend aanbod van de beheerder.

Ook verkregen we een stempel van deze camping op de route naar Santiago.

Het meertje op de camping.

En maandag 10 juni, tweede pinksterdag, vertrokken we met regen richting de Corrèze. Onze buren waren nog niet weg en zo kon een foto gemaakt worden. 

Gelukkig werd het na een uur droog en zo bleef het ook de rest van de dag. Alleen in een grotere stad waren wat winkels en bars open. Dus pas in Uzerche was een broodje kopen mogelijk. Uzerche ligt in het dal van de rivier de Vézère. De Vieille Ville wordt bereikt na kort steil klimmetje. Hoger dus vanwege het overzicht en de verdediging.

 

Een oude spoorlijn loopt ook door het dal en wordt nu gebruikt als wandel- en fietsroute. Een deel daarvan hebben wij ook mede door tunnels gefietst.

De oude spoorbrug.

 

 

Verder ging de weg natuurlijk weer plat op z'n Frans. Hier en daar uitschieters met een klim van 3 km met 6-8%.

De beloning was een mooie, lange en slingerende afdaling door het bosrijke ( ook hier weer veel houtkap) en beschutte dal van de Maumont.

Daarna weer even klimmen naar het oude vestingstadje Donzenac. In de St. Martin kerk was hier eveneens een afbeelding van Bernadette van Lourdes.

 

Vandaag zowel het Nederlandse koppel (onze buren op de camping) als het Belgische koppel gezien. Allen op naar Santiago.

Op de foto nog een blik in het interieur van de eerder genoemde kerk. Veel kerken zijn open en kunnen worden bezichtigd vrij en onbekommerd. Vrijwel overal is het mogelijk een kaarsje op te steken. In de grotere plaatsen valt het op dat kerken worden gerestaureerd, maar in kleinere dorpen en gehuchten zijn de kerken soms in zeer slechte staat. Je vraagt je af hoe lang dat goed blijft.

 

Omdat mijn frame een mankement vertoonde dat niet door de fietsenmaker of de tandarts kon worden hersteld, vertrokken we pas om half twee uit Brive richting Turenne. Mooie route met prachtige vergezichten. Dat betekent natuurlijk klimmen en daarna een prachtige afdaling.

Turenne zagen we in de verte al liggen. Hoog en droog. En daar moesten wij naar toe.

Turenne uit de verte en Turenne dichterbij.

In Turenne zat een Nederlandse man te wachten op zijn vrouw in een café. Dus aan de praat en wij zoeken ondertussen naar onderdak. Het was inmiddels half 5 geworden. De bazin heeft voor ons gebeld naar een B&B net voorbij Martel. Toch nog 20 km verder.

Een zeer lange, de langste tot nu toe, afdaling naar Martel was zo mooi, omdat we op een hoge heuvelrug zaten en een prachtig uitzicht hadden op het gebied van de Corrèze. Ongeveer net zo als boven op de foto is te zien.

Deze dag was met wisselend weer van regenbuien, zon en wind al met al een mooie dag met 50 km.

Wat ons opviel in grote tot de meest kleine plaatsen dat bij het gemeentehuis altijd openbare toiletten zijn.

En vaak goed onderhouden en schoon.

Een prima openbare voorziening en voor de eenzame fietser soms erg prettig. 

Rocamadour is een belangrijk Europees bedevaartsoord, tevens bezocht door veel Santiagopelgrims. Nederlandse bisschoppen stuurden vroeger boetelingen als alternatieve straf naar Rocamadour. Als bewijs kregen ze een medaille mee, de z.g. Sportelle. Nu is op die plaats een stempel te halen voor pelgrims. St. Amadour was een kluizenaar die daar in de 11 eeuw gewoond heeft en begraven is.

Later werd de Zwarte Madonne vermeld die in de kapel van Rocamadour staat.

 

Hiernaast een van de vier stadspoorten in de hoofdstraat van Rocamadour. Deze straat deed verder nogal toeristisch aan.

Na Rocamadour ging de route verder richting Labastide-Murat dat op een kalsteenplateau ligt. Tot hier veel klimwerk. Nu de beloning.

In de flow van de afdaling langs de Vers naar het dal van de Lot kwamen we eerst nog in een breed dal met de Vers als klein stroompje / beekje en langzaam werd het dal smaller met steilere wanden en de Vers die breder en wat wilder werd. Uiteindelijk werd het dal weer wat breder om op de hoofdweg weer wat breder te worden. En alsmaar dalen naar de plaats Vers. Daar hadden we een kamer besproken via de vvv van Labastide.

Op het adres bleek dat wij alleen onze slaapzak naar boven mochten meenemen en de rest inclusief onze fietsen in een soort hok beneden moesten laten vanwege hygiëne. Ook zouden we onze kleding daar moeten laten. Voor ons geen optie, kortom naar de camping in dezelfde plaats.

De camping ligt aan de rivier de Lot waar de Vers in uitmondt.

 

De Lot is een brede rivier en bevaarbaar. Hierdoor kreeg Vers een belangrijke functie voor het vervoer over water naar grotere steden in de buurt en uiteindelijk natuurlijk Parijs.

Wij reden door een prachtig gedeelte van het dal naar Cahors. De Lot zie je aan drie kanten in Cahors. Hij krult zich er doorheen. In de kathdraal kregen we een tampon voor onze pelgrimspas en de hoge kerk kom je binnen door treden omlaag te lopen. Een grote koepel met veel beeltenissen wordt geheel belicht met daglicht. Een heel bijzonder gezicht. Het grote altaar was nog "gekleed" voor Pinksteren.

 

Een ander opvallend verschijnsel is de boekenkastjes in veel steden en dorpen. Zelfs in Brive zagen we zo'n kastje.

Hier staan boeken in die je vrij kunt meenemen met de bedoeling dat je zelf weer een boek terugplaatst.

En soort onderling uitruilsysteem. Wij zagen dat inderdaad gebeuren. Boeken erin en eruit door meerdere mensen.

In een klein dorpje zagen we een oude telefooncel in gebruik voor dit systeem

 

 

Woensdag 12 juni weer op de fiets in regenkleding. Na een uur werd het beter weer. Nog steeds in de Corrèze en op weg naar Rocamadour. Onderweg passeerden we de rivier de Dordogne.

Vlak voor Rocamadour ligt l'Hospital. Pelgrims die zorg nodig hadden, konden hier terecht en veel overleden pelgrims op weg naar Rocamadour werden hier begraven.

 

De tocht naar Rocamadour was pittig door meerdere klimmen van 7 %. Het uitzicht op de stad was prachtig. De Roc van Amadour is letterlijk een grote rots, handig gebruikt door abdijbewoners, kerkleiders en vorsten.

Veel gedenk- en bedanktegeltjes zijn te zien als je te voet naar de Zwarte Madonna loopt. Vroeger ging men de trappen op blote knieën op als boete.

 

Door een tunnel daalden we met de fiets af naar de stad en daarna verder het dal in.

 

In de volgende klim zie je de stad dan van de andere kant.

 

Vandaag was met het bezoek aan Rocamadour een mooie dag met ongeveer 70 km. Wel is het hier voor de tijd van het jaar volgens de bewoners veel te koud in de maand juni. Normaal is het ruim 20 graden en dus redelijk warm.

 

Donderdag 13 juni 2019.

Wat een mooie start van de dag na een zeer koude nacht op de camping. Vanuit Vers moesten we omhoog in het dal van de Lot met prachtige vergezichten en soms net tussen de rotsen door om verder te komen.

Cahors verlieten we over een zeer oude brug. Voetgangers en fietsers konden over deze brug. We reden over grote kiezelstenen. En de brug had drie torens en over het water meerdere bogen.

In Lectoure via het VVV een Chambre d'Hote gevonden, omdat het weer was gaan regenen en de camping dus geen optie was. Alles moest weer even droog. Ook hier een stempel in onze pas ontvangen. Vandaag was een stuk minder warm dan gisteren en hebben we 82 km gereden.

In Lectoure werden we nog belaagd door een vrouw van een pelgrimsonderdak. Wij stonden al bij het Bureau voor Toerisme en zij bood onderdak aan. De beheerder vertelde dat er geen privacy was en veel mensen in een ruimte. Hij wist een betere plek. Dat vonden wij ook. We hebben een goede nacht gehad en onze spullen waren weer helemaal droog. 

 

 

 

Ineens kom je een oude brug of dijk met bogen tegen die als een soort stuw gebouwd lijkt te zijn. Ergens midden in het buitengebied richting Montesquiou.

Daar zochten we ook een camping. En kwamen we een tegenligger tegen die terug fietste vanuit Santiago. Ook hij zocht een camping, maar hij had deze gemist. Dus samen op weg naar de camping. Na 3 km bleek de camping gesloten en op onze route lag nog een camping. De tegenligger ging toch terug naar zijn route. Dus afscheid genomen "Bon Camino" en wij naar onze camping in Pouleybon. Deze plaats lag in de vroege middeleeuwen op een belangrijke en drukke route van Compostela. Grote groepen trokken hier langs. Nu staat er nog een kerk en een stadspoort. Verder is het een gehucht. Al met al toch weer 72 km vandaag.

Vandaag geen stempels ontvangen.

We krijgen al zicht op de Pyreneeën.

 

 

Maandag 17 juni 2019

Op naar Lourdes. Je denkt dan Pyreneeën en bergen. Wij reden door de vlakte naar Lourdes met op het laatst een paar klimmetjes. Onderweg voortdurend uitzicht op de bergen. Ook passeerden we een paar meren en stuwdammen. Koffie en thee was niet te krijgen op maandag, daarom zelf maar thee en koffie gemaakt.

Tijdens de pauze voor de derde keer een koppel uit Nederland ontmoet, ook zij zijn op weg naar Santiago. Even bijpraten dus en weer verder.

Even na vieren waren we in Lourdes en we hebben daar de avond meegemaakt.

 

Dinsdag 18 juni 2019.

Eerst nog terug van de camping naar Lourdes om een stempel te halen in onze pas. Gisteravond was het bureau gesloten.

Vervolgens op weg richting Oloron-Ste.Marie vanuit Lourdes. Na een klim misten wij een afslag en klommen we dus veel te veel. Toch terug om de route weer op te pakken en deze ging door een prachtig bosgebied, maar de weg zelf was slecht. Meer geschikt voor wandelaars.

De weg was wederom verder vrij vlak op z'n Frans en na nog een gemiste afslag gingen we deels over de hoofdweg naar Nay. Vanaf Nay was het weer op en neer begeleid door het geluid van de klokken van de schapen. Eerst dachten we aan een soort waterorgel, maar later zagen we de schapen. Eigenlijk een prachtig geluid zo op het platteland. Schapen met bellen, niet eerder gezien.

Veel boeren bieden hier ook hun eigen producten van de boerderij aan. 

Zo kwamen wij na enig zoeken bij een geitenboer op de camping in Buzy. Daarnaast had hij veel bessen- en bramenstruiken. Van het zachte fruit wordt dan jam e.d. gemaakt en verkocht. Pinnen kon men daar niet. 

 

We waren laat omdat we eerst in Lourdes nog een stempel hadden gehaald. En het was prachtig weer om op de camping te koken. Vandaag ongeveer 67 km.

 

 

 

Morgen rest ons nog 16 km naar de Col du Somport en dus Spanje. Daarom zijn we nu gestopt en kunnen we morgen de 7, 8 en 9 % klimmetjes beginnen tot de top.

Vandaag weer iets van 65 km. Een mooie route door het dal omhoog. Zowel in Oloron als in Urdos hebben we stempels ontvangen. 

 

 

Donderdag 20 juni 2019.

Onweer in de nacht en toen we opstonden was het gelukkig droog. Veel laaghangende bewolking. Een klim van 15 km in drie fases en percentages van 7, 8 en 9 % is een flinke inspanning.

Ik heb er ruim drie uur over gedaan met stoppen en foto`s maken en Dick heeft 50 minuten boven op mij moeten wachten. Maar het was de moeite waard. Door het dal omhoog tussen de bomen en de rotsen, veel kleine watervallen, soms een stuwmeer en de weg van breed naar smal en dan weer breed en heel smal, met aan deze Franse kant weinig rustpunten. Daarna mochten wij de tunnel niet in en moesten wij de oude weg volgen. Er zijn in deze streek veel protesten omdat er plannen zijn van de RN weg een E- weg te maken. Overal langs de weg zagen we protestborden. Erg druk was het niet en meer vrachtverkeer dan personenauto's.

De oude weg ging na de bossen langs weiden en kalere stukken, later kwamen de bomen weer terug .Hoe hoger we kwamen hoe meer we in de mist reden en het zicht minder werd. Jammer geen vergezichten. Ook werd het kouder. Gelukkig geen regen gehad, want dan zou de klim heel vervelend zijn geweest. Van 770 meter naar ruim 1600 meter ging het vandaag. Alleen maar omhoog dus. Boven in de herberg een stempel ontvangen en bijgekomen met koffie, thee en koek. Samen met een wandelaar een foto gemaakt.

 

De afdaling naar Jacca ging met snelheden van heel even boven de zestig, maar we knepen toch maar onze remmen in. 

We besloten in Jacca te blijven en een beetje in de stad te lopen en fietsen. De camping zit op 2 km van het centrum. Bij een oud verdedigingswerk zagen we een gerestaureerde ophaalbrug met kettingen aangedreven door handwerk van soldaten.

Vrijdag 21 juni 2019.

Jacca was als stad best een verrassing en we hadden al kennis gemaakt met de Rio Aragón, een rivier die zijn weg zoekt door het dal naar Yesa waar een stuwdam hem tegenhoudt.

Onze tocht ging daar vandaag heen. Een nacht met veel onweer en zware regenval zorgde er voor dat we  's morgens totaal nat waren zowel in als buiten de tent. Voor we weg gingen wachtten we toch even de buien af. 

We reden de N240 gedurende vele kilometers. Gelukkig was het niet druk en op twee trajecten ging het verkeer naar de net aangelegde snelweg zodat er een vrijwel lege weg was. Uniek voor een N-weg. Verder was de weg vrij vlak en schoten we goed op. De eerste plaats die opviel was Berdún op de top van een heuvel. Daar omheen een mooi landschap van heuvels met slijtageplekken van watergeulen en erosie. Voor de verdediging van de stad heel gunstig. Het leek net of er happen uit het landschap waren genomen en er zwarte bergjes overbleven. Later bleek dit een soort leisteen of zwarte gravel. Ik dacht eigenlijk aan de aanleg van een golfbaan. Leek me mooi.

In Navarra op de camping van Sangüesa herinnerde een maquette aan de doorkomst van de Vuelta met Michael Indurain als winnaar van de Tour de France uit Navarra. Trots, trots, trots zijn die mensen. 🌈🚵. Graag een stempeltje. En dat voor 75 km vandaag.

Al onze spullen weer helemaal droog en nu echt mooi weer. Weg die regen, hebben we genoeg gehad.

Morgen richting Pamplona.

 

Zaterdag 22 juni 2019.

We werden gewekt door de bellen van de schapen die naar de wei werden gebracht. Een vrolijk gerinkel waarvan je je eerst afvraagt wat het is. Het komt als het ware uit de verte.

En verderop kwamen we bij het plaatsje Indurain.

Alvorens we daar waren, moesten we eerst naar de fietsenmaker. Boutje verloren en een voortas hing los. Te gevaarlijk.

Vanuit Sangüesa kwamen we op een oud spoortraject en via tunnels in een kloof. Een prachtig gezicht. Smal en toch groots met de rivier de Rio Irati. In de tunnel was het even pikdonker en hoorden we wandelaars praten zodat we lopend onze weg konden vinden.

 

We blijven uitzicht houden op het wijde dal van de Rio Irati. Glooiende heuvels en veel akkerbouw. Lijkt hier in dit gebied veel meer graan dan in Frankrijk. En al rijp om te oogsten. In het dal ging het steeds weer naar heuveltoppen en weer omlaag. Niet al te moeilijk en altijd een mooi uitzicht. Vaak langs dorpjes, soms er doorheen of omheen. Weinig te krijgen in die stille dorpjes.

 

 

 

 

 

En dan weer langs geurende en bloeiende bremstruiken in de bermen van de wegen. Heerlijk.

Onze route ging onder Pamplona door naar Puente la Reina. Links en rechts zagen we ook wijngaarden. De Navarra wijnen. Toen we in het plaatsje kwamen zagen we een slecht onderhouden poorttoren met ooievaarsnest en beplanting op de toren. Puente la Reina is een plaats waar veel routes samenkomen dat was te merken. Met name wandelaars kwamen we tegen en er zijn twee Auberges voor Caminogangers. Wij kozen voor de tweede omdat daar een camping bij was. Het stadje gingen we weer uit via de andere toren en een historische brug. Vanuit het stadje moesten we steil omhoog een grindpad op. We moesten elkaar helpen de fiets boven te krijgen. En voor het eerst hebben we in de Auberge meegegeten met een aantal andere reizigers. Ook de Nederlander met elektrische fiets en 8 versnellingen zagen we daar weer aan tafel. Dagkeuzemenu inclusief drankje voor 10 euro. Dit is een grote auberge met veel verschillende reizigers. O.a. Amerikanen, Zweden, Australiërs, Japanners en alle leeftijden door elkaar. Sommigen maken zelf eten en nemen van alles mee. Er is een grote eetzaal en wifi-ruimte waar wij ook gebruik van maken. Dit leek meer op een hostel voor overnachtingen. Iets commerciëler opgezet en toch een mooie plek met een vrij gevoel. Over het algemeen aardige leiding.

Vandaag ongeveer 70 km gedaan. Nog zo'n 750 km naar Santiago. There we go, there we come.

Om uit Logrono te komen was nog een heel gedoe. Deels werd gebruik gemaakt van de wandelroute en moesten wij soms in slalom langs de wandelaars. Voor maandagmorgen waren wij verbaasd dat er zo veel mensen liepen. De fietsroute loopt net iets anders en goed bedoeld kregen wij allerlei opmerkingen hoe we zouden moeten rijden. Dat ging dus niet helemaal goed. Op zeker moment reden we dwars door een wijngaard en de boer hielp om ons weer op het goede pad te komen. We zitten nog in de Rioja streek en zien veel Bodegas en Cooperaties voor kleine wijnboeren. Na een stevige klim konden we Logrono verlaten en lieten we ook het stuwmeer achter ons.

Na Cahors reden we hoog en door een glooiend gebied van de Querccy Blanc. Een minder gecultiveerd gebied met kalkrijke wittige ondergrond. In Vazerac zijn we gestopt voor een camping en daar overnachten we ook. Vandaag 62 km gereden.

 

Vrijdag 14 juni 2019 zijn we drie weken onderweg.

We rijden stroomafwaarts in de vallei van de rivier de Lupte verder tussen fruitboomgaarden aan weerszijden heuvels.

Hier zien we teelt van meloenen, tabak, granen en zonnebloemen. Eerder zagen we teelt van tomaten, komkommers, courgetten en peulen. Door Dick kan ik deze nu herkennen aan de blaadjes van het gewas.

Net vóór Moissac zien we een stenen boogbrug die een aquaduct is in het Canal Latéral à la Garonne. De rivier de Tarn brengt ons via Moissac naar het Canal du Midi. Vanaf Moissac is naast dit Canal du Midi een vlakke fietsroute langs veel sluizen richting Bordeau. Een echtpaar op de camping ging deze route fietsen. Wij reden een klein stukje hiervan.

Moissac heeft een prachtige kathedraal met beelden met meerdere religieuze voorstellingen. Hiernaast Jozef met Maria en kind op weg naar een herberg. Net als wij zoekende naar overnachting.

 

Omdat onze oudste zus en schoonzus vandaag jarig was, hebben we voor haar een kaarsje opgestoken. Vervolgens kregen wij een stempel in onze pas.

Zoals gezegd volgden we na Moissac een stuk van het Canal du Midi, om vervolgens dit kanaal over te steken en later de Garonne te kruisen bij Espalais. Waar we eerder westelijk fietsen, gaan we nu meer zuidelijk richting Auvillar. De route tot Auvillar is vrij vlak en loopt tussen boomgaarden en zonnebloemen in spee. Auvillar zelf ligt weer hoog en hief vroeger tolrechten op de Garonne. Bij de rivier is een kleine kapel gewijd aan St. Catherine, de patroon van de schippers. Ook in Vers met veel rivierhandel op de Lot zagen we zo`n kapel en was er tolheffing.

Het oude centrum van Auvillar is vrij klein met een mooie ronde markthal en een toegangspoort: de Tour de l'Horloge.

Bij de VVV een stempel ontvangen.

 

 

Bij de markthal zaten we aan de lunch en waren we verrast door een prachtige en geurige liguster.

Na Auvilar volgen meerdere klimmen en afdalingen langs akkers en bossen. Via de plaatsjes St. Antoine, Flamarens en Miradoux gaan we naar Lectoure om te overnachten. Onderweg zie je steeds aanwijzingen dat je op de goede weg bent. Ook vandaag kregen we weer regen op het eind van de dag.

Zaterdag 15 juni 2019

Na Lectoure ging het snel omlaag en moesten we al snel onze regenkleding aan. Dan ziet een vergezicht er ineens heel anders uit. Van al die nattigheid krijg je het ook koud. Dus na zo'n anderhalf uur zijn we gestopt om een beetje te drogen en warm te worden. De regen was verdwenen, maar het bleef behoorlijk fris.

We fietsen tussen de lage heuvels, maar wel langzaam oplopend richting Biran en dan weer een afdaling naar het volgende dal. Na Biran kwamen we in het dal van de La Baise. Een vrij vlakke valleiroute en af en toe hoorden we het lawaai van de rivier. Waarschijnlijk door de vele regen van de afgelopen dagen. Ook nu weer veel akkerbouw en later weer weilanden met vee.

 

Zondag 16 juni 2019.

Vanuit Pouylebon reden we op een rug van de heuvels naar Marciac. Vanaf die weg hadden we zicht op de Pyreneeën en verder kwamen we in het Departement de la Haute-Pyrenees. Op de foto zie je de sneeuw nog net liggen.

We passeerden veel kleine beekjes en vlakbij Marciac zaten we in het dal. Dus richting Maubourguet 3 x een klim van 5 tot 7 % en daar wilden we op de camping omdat verderop weinig te vinden was en wij bij Lahitte- Toupière het alternatieve traject beginnen naar Lourdes.

Ook deze camping bleek gesloten en voor de sleutel van de huisjes moesten we naar het Bureau de Tourisme. Echter op zondag geen kans en demain niet de bedoeling. Omdat we een beetje van de route waren, vroegen we de weg. Vriendelijke en behulpzame inwoners komen direct met antwoorden waar wij niet altijd iets van begrijpen. Dus komt er een tweede en een derde weer een hele uitleg geven. Desnoods rijden ze met de auto voor ons uit. 

Naar Lahitte-Toupière dus bij een herberg waarin we terecht konden op een kamer maar weer met achterlaten van onze spullen in een algemene ruimte.

Daarom zetten wij onze tent op en kunnen we gebruik maken van douche, wc, keuken en de koelkast. Hier krijgen we ook een stempel.

 

Vanaf onze camping is het nog ongeveer 60 km naar Lourdes. Daar in de buurt zoeken we dan een overnachtingsadres. Er zijn campings genoeg. Vandaag zondag 16 juni hebben we 40 km gefietst, de was gedaan, in de zon gezeten, wederom alles laten drogen en de blog bijgewerkt in de zitkamer van de herberg.

 

Na een etentje in de stad zijn we naar de kathedraal gegaan en de grot van Bernadette. De geschiedenis van Bernadette en het ontstaan van de bedevaarten wordt in een aparte ruimte beschreven. Toen we kwamen werd de processie al opgesteld en toen de mis begon, startte ook de processie met een grote ronde. Het beeld van Maria op een verhoging gedragen door meerdere mensen.

Tijdens de mis zijn wij langs de grot gegaan en hebben enkele druppels water opgevangen. Verderop kon je water halen en drinken. Ook dat hebben we gedaan.  

De mis was een herhaling in diverse talen met een groot koor. Mooie liederen, Wees Gegroet Maria en Onze Vader in het Nederlands/Vlaams. Daarna weer in andere talen. Ave Maria konden we meezingen.

Indrukwekkend hoe mensen bij de grot op hun knieën gingen, extra druppeltjes water haalden en over iemands arm of been wreef, zaten te bidden en in vervoering keken naar het beeld van Maria.

 

Woensdag 19 juni 2019.

Vanuit Buzy in sneltreinvaart over een prachtig gladde weg en een beetje wind in de rug naar Oloron-Ste-Marie. De aanloopplaats naar de pas over de Pyreneeën Col du Somport. 

De kathedraal Ste. Marie was natuurlijk open, maar wat ons opviel was de ingang met mooi beeldhouwwerk. Op de foto zie je twee overwonnen Saracenen die de midden pilaar dragen.

Na Oloron ging het richting Spanje. We fietsten door een dal met aan weerszijden hoge bergen. Toch ging het geleidelijk omhoog. Van 230 meter naar 350 , naar 425, naar 500 en 600 en nu zijn we op een camping municipal op 770 meter in Urdos.

 

 

 

Jacca is een typisch Spaans stadje met een heel oud historisch centrum, waar ook de kerk van Compostela staat. Een gedeelte van de stad met kleine en smalle straatjes en altijd weer een pleintje in de buurt. Veel gebeurt op straat. Vanaf een uur of zes wordt het pas echt levendig.

Ook in Jacca een stempel ontvangen. 

Vandaag dus een beperkt aantal km' s gefietst en nu op de camping hopelijk vandaag en misschien morgen nog de laatste onweersbui. Daarna 10 dagen mooi weer voorspelde een Spaanse die interesse had in onze tocht door met name Frankrijk. Zij had gestudeerd in Strassbourg.

 

Verder langs de rivier Rio Aragón die door al die regen erg vies was. Leek soms wel een modderstroom.

 

We kwamen langs een groot meer en wisten niet of dit een natuurlijk meer was of een stuwmeer.

De weg kronkelde soms hoog en soms laag langs het meer, maar eigenlijk kwamen we nooit dichtbij het water. 

Op de hele route waren nauwelijks voorzieningen en dat was vreemd want toen we Spanje in reden viel ons de algemene drukte en activiteiten op t.o.v. het laatste stuk in Frankrijk.

Later bleek het om een stuwmeer te gaan met plannen om het peil verder te verhogen. Nu al zijn enkele dorpen verdwenen onder het stuwmeer, vandaar de stilte in dit gebied. We zagen wel plaatsnamen, maar nooit een dorp. Men is nu een nieuwe dam aan het bouwen achter de huidige.

We reden eerst over de grens van de provincie Zaragoza en later reden we Navarra binnen. 

 

 

Zondag 23 juni 2019.

Zelfs de nacht was nu warm en we konden vertrekken met een geheel droge tent. Vandaag belooft een warme dag te worden. Daarom worden we verwend met een lekkere klim van 5 - 8 % om te beginnen. We reden over een voormalige hoofdweg het dal uit. Het blijft daarna heuvelachtig met een deels lege weg omdat parallel een snelweg is aangelegd. Soms gaan we over drie lege banen. We zien vooral graan- en maisvelden. Het ziet er uit als een open vlakte met ook veel wijngaarden. Af en toe zien we ook olijfbomen.

En weer tussen de gele geurende bremstruiken aan beide zijden van de weg.

 

De eerste grotere plaats was Estella/Lizarra. Het was de zondag van de eerste communie. Hier kennelijk nog uitbundig gevierd met traditionele kleding en veel klokkengelui. De klokken zag je in de toren naar buiten slaan en enkele gingen letterlijk over de kop. Daardoor waarschijnlijk die bijzondere geluiden en ook heel luid. De politie regelde de doorstroming van verkeer. Zo druk was het. Spektakel met veel toeschouwers en kerkgangers.

Vervolgens door naar Los Arcos. We werden ingehaald door een zeer lange stoet met oude auto's die we later op het eindpunt, de markt van Los Arcos kennelijk, weer tegenkwamen. Voor de lunch een boccadillo met kaas en ham genomen.

Trage hellingen en lange afdalingen volgden elkaar nu op. We gingen richting Logrono. Als je zo'n 6 km per uur fietst, zie je onder je op het asfalt van alles bewegen. Salamandertjes, vlinders, rupsen, naaktslakken en slakken met huisje op de rug, mieren en grotere insecten. Opvallend veel vlinders. 

Logrono heeft wel zes auberges voor alle caminogangers. Keuze genoeg. Echter maar één camping met zeer kleine plekken voor fietsers.

Vandaag 73 km gefietst. Mooie warme dag. In middels zijn we in de Provincie Rioja.

In Badaran hingen aan de huizen van het begin tot het eind van het dorp allerlei haakwerkjes. Wat daarvan precies de bedoeling was weten we niet. Wel een mooi gezicht die versieringen.

 

 

Maandag 23 juni 2019.

En op het wegdek ook nog de namen van Froome en Nibaldi als favorieten in de Vuelta.

Logrono bleek een grote stad met nogal wat industrie. Gisteren zagen we al wat smoggvorming boven het dal.

Op het marktplein de huizen met arcades vlakbij de kerk en een wand volledig beschilderd met een pelgrim met vele stempels.

De volgende grotere stad was Nájera en daar was een feest van St. Jean aan de gang. Uitgelaten scholieren/studenten in dezelfde kledij uitgedost bij de rivier met veel muziek en dans. Kennelijk iets voor het hele dorp. Verderop weer veel feestgedruis in polonaise met een orkest. 

 

 

 

 

 

Vanaf Nájera slingeren de wegen verder de bergen in door groene smalle dalen. Wij zagen steeds minder wijngaarden en meer akkerbouw zoals granen, peulen en ook aardappels. Verderop zagen we pepervelden en bedrijven die deze conserveren. Ondertussen in kleine dorpen zien we de mobiele bakker en halen wij een croisantje.

In Santo Domingo de la Calzada hebben we bij een herberg nog een stempel gehaald. Daarna wisselen we weer van provincie. Nu komen we in de provincie Burgos en fietsen we door naar Belorado. 

Belorado heeft ook veel Auberges voor pelgrims. Wij kiezen voor Hostel.B. Met een eigen kamer, douche, wc en avondeten incl. water en wijn per persoon 34 euro. De fiets staat veilig binnen in de hal. Vandaag wel 90 km. Beetje afzien, maar het weer was goed. Niet te heet en een beetje bewolkt, soms zelfs dreigend.

Dinsdag 25 juni 2019.

Vanuit Belorado ging het richting Burgos. Direct moest er geklommen worden naar een hoogte van 900 tot 1000 meter en daarna blijven we lang op deze hoogte. We gaan de Tierra de Campos in.

Halverwege de rit naar Burgos kwamen we bij San Juan de Ortega. Ook hier weer een oud klooster met hospital voor de bedevaartgangers. Het klooster is deels in gebruik als herberg. We zien hier veel wandelaars en ook wij pauzeren even. 

De klokken van de kerktoren hangen in een open ruimte. Mooi gezicht. 

Verder naar Burgos. Wat een mooie stad. Als je de stad binnenkomt zie je een oud postkantoor dat nog in gebruik is, daarna tref je El Cid, de beroemde veldheer, als standbeeld op het plein. Hij ligt midden in de kathedraal begraven. Vervolgens ga je langs een avenue met dakplatanen waar veel mensen graag slenteren om te kijken en bekeken te worden. Daarna stuitten we op een prachtig versierde poort, Puerta de Santa Maria, om dan op het plein van de kathedraal te komen. Een van de bouwmeesters van de kathedraal was Jan van Keulen en de torenspitsen lijken op die van de Dom van Keulen.

Burgos was de vroegere hoofdstad van het koninkrijk Castilië. Dat wordt nu in adem genoemd met Leon. Echt het bezichtigen waard.

Op zoek naar een overnachtingsplek kwamen we in Estépar in El Pelligrino. Zeg maar een heel simpel hostel, kleine kamer, geen wifi, meer een oud chauffeurscafé, wel schoon.

 

De Tierra de Campos kenmerkt zich door lange saaie wegen op een hoogvlakte met enorm veel graanvelden en zeer beperkte beschutting. De vele wandelaars moeten het hier erg zwaar hebben. Waarschijnlijk zijn er daarom in vrijwel alle plaatsjes herbergen om te slapen en te eten. Overal is een dagmenu te krijgen. Wij hebben dat ook al gedaan.

 

Frankrijk heeft een graanschuur. Wij vermoeden dat deze hier nog groter is.

 

 

Woensdag 26 juni 2019.

Vanuit Estépar krijgen we eerst een korte klim en daarna een prachtige weg met veel bomen door een dal, anders dan de Tierra dus, naar San Anton. De bogen van deze abdij staan er nog en het hospital is nu een auberge. Rommelig en slecht onderhouden. Verder op weg hield een auto ons aan voor een stempel en daarna donatieve voor iets van Compostela. 

De route gaat verder richting Leon. Tot ver vooruit zien we de einder en lange wegen. De wind speelde niet mee, maar tegen en mooie blauwe luchten geven een goed gevoel en de kerktorens zie je al van ver. We passeren de provinciegrens van Palencia. Regenwater wordt opgevangen en via het Canal de Castille omgeleid voor irrigatie. We komen veel irrigatiegreppels tegen. Je verwacht daar geen water.

Vandaag een vrij vlak traject dat eindigt op de camping van Carrión de los Condes.

 

 

 

Donderdag 27 juni 2019.

Carrión de los Condes hield ons even op, want we kregen gisteren een verkeerde gastank. De winkel ging pas om 10 uur open.

Op de foto weer ooievaars die zich nestelen op een kerktoren. Verderop een beeld van een pelgrim midden in de stad.

De route gaat over de N 120. Er ligt een nieuwe snelweg, dus alle ruimte op deze weg. In straf tempo omdat we op hoogte bleven en de wind nu wel meewerkte ging het richting Sahagún. Onderweg nog een keer gestopt bij een auberge en een stempel gehaald. Verder een saaie weg en graan dat op een enkele perceel werd geoogst.  Naast de N120 loopt een pelgrimspad met grind. Omdat je dan deels in de schaduw fietst, heb ik dat een stuk gedaan. Gaat natuurlijk veel langzamer. Voor de zon moesten we wel bescherming hebben. Overigens liep dat pad kilometers door en zagen we vandaag ook weer veel wandelaars. De bomen op het pad waren nog niet volgroeid, maar voor de toekomst zal dit pad schaduwrijk worden. Op deze vlakte is dat ook wel belangrijk. De temperatuur liep hoog op. Gelukkig was er de wind voor een beetje koeling op de fiets op deze hoogvlakte. Beddingen staan meestal droog en dan opeens veel water dat met hoge snelheid door zo'n greppel stroomt. Later zie je dan een vrij groot irrigatiekanaal.

In Sahagún  wederom een auberge en veel oude panden. Ook hier weer ooievaars op de poort.

Na Sahagún beginnen we aan het traject naar Leon dat op 70 km ligt. Onze stop wordt Mansilla met veel kamers in de aan bieding. Campings zijn er niet in de buurt. En vanavond maar aangeschoven voor het dagmenu. We hebben een koele kamer met prima internet zoals nu blijkt. Ik kan alles weer een beetje bijwerken. Volgens de kaart vandaag 74 km en volgens onze teller 84.

Vrijdag 28 juni 2019.

Vandaag, onze trouwdag ( ik ben even niet thuis), gaan we op weg naar Leon. Onderweg naar Leon gaat het vlot over een vrij vlakke route. We zien in dit gebied nog oude met leem afgewerkte huisjes en hutten naast een supermoderne spoorlijn naar de stad. Leon oogt als een schone stad. Om kwart over tien zijn we in de stad en het is al behoorlijk druk. Bij binnenkomst word je verwelkomd door een fontein en daarna ben je snel via een drukke straat in het oude gedeelte met een winkelstraat. Een beeld van koningin Urraca I De Leon siert het begin. De kathedraal zit in de lappenmaand en is toegankelijk voor het museum. Portaal en kerkdeuren zijn weer uitbundig versierd. Verder veel oude gebouwen poorten en pleinen. Ook grote delen van de stadsmuur zijn nog goed te zien.

 

De stad fietsen we uit over een enorm groot plein Plaza San Marcos met een prachtig gebouw met veel sierwerk en via de oude pelgrimsbrug, nu voetbrug, over de Rio Bernesga. Eigenlijk waren we blij dat we uit de drukke stad waren en weer over rustige wegen reden naar Hospital de Órbigo.

Onderweg even de draad kwijt door de aanwijzing" van een koffiegelegenheid en toren schuin naar links Calle en daarna links Camino Leon" . Dat ging dus niet goed. Veel gezoek, maar we zagen zeven aarden gewelven met een pijpje en een ingang. Waarvoor dat diende was niet duidelijk.

Een oude van oorsprong Romeinse brug met 18 stenen bogen zien we in Hospital de Orbigo. De Rio Orbigo kan enorm breed worden in de lente en daarom is de brug vele malen hersteld. De geschiedenis van de brug lees je op het midden van de brug bij een gedenkteken.

 

Ons einddoel vandaag was Astorga. Daar was een een soort feest met rallyauto's en een slaapplaats zoeken was geen doen. Dus even een stukje verder. Na 3 km kwamen we bij een Alberge Municipal met een driepersoonskamer voor ons. Hele kamer gehuurd. Het was toch niet druk Aparte douche voor alle bewoners. Wij moesten door de kamer waar een Italiaan sliep. Verder hetzelfde als kamperen. Wel mogen we in de keuken alles gebruiken en binnen eten. Daar was ook een Italiaan op de mountainbike en een Duits echtpaar met hond voor de wandelroute. Eigenlijk een beste plek om te overnachten. 

 

De lavendelgeur naast onze kamer was erg lekker. Vandaag was geen echt lastige route over nog steeds de hoogvlakte en met 100 km wel ver, maar morgen wacht een berg ons.

Onder de brug over de Rio Orbigo

Zaterdag 29 juni 2019.

We gaan een bergketen over en dat betekent klimmen. Eerste geleidelijk en later steiler. We gaan van 870 meter naar 1504 meter in meerdere klimmen 28 km. Onderweg meer heide en brem nog af en toe, maar het wordt kaler. Eerst naar het Cruz de Ferro (1504) en later nog na nog meer klimmen naar de Irago-pas (1515 meter). Veel drinken omdat het erg warm is. Na de afdaling ( lang en steil) naar Ponferrada. Onderweg hebben we de eerste stop bij een typische alberge.

In veel plaatsen met een rivier zie je dat er in de rivier gezwommen wordt. 

 

Wij gaan na Ponferrada door naar Villafranca. Ooit kwamen hier de Fransen en bouwden de stad weer op. Op de achtergrond zagen we de bergen van Cebreiro al waar we morgen over gaan. In Villafranca is de prachtige Santiagokerk. Onder de "Poort van vergeving" was voor degene die niet verder konden gaan wegens zwakte of ziekte een aflaat te verdienen als compensatie voor het laatste stuk. Er zijn daar dan ook veel pelgrimsgraven.

 

Met de klimmen en ook nog het laatste stukje naar Villafranca was het vandaag een flinke fietsdag. Met de nodige pauzes komen we daar goed doorheen. Met 77 km een mooie en minder saaie dag. Slapen doen we in een Hostel met airco! De was wordt voor ons gedaan. En er is weer een pelgrimsmenu.

Nog 203 km naar Santiago.

Zondag 30 juni 2019.

De tweede dag met klimmen over een bergrug. De Cebreiro moest beklommen worden. Een 30 km lange klim met een laatste deel dat zeer pittig is. Steeds denk je dat je er bent en dan toch weer vals plat omhoog. Daarbij steeds steilere stukjes. Mist in het dal en later bij de 12 km lange afdaling gaan we echt door de mist heel snel naar beneden. Het werd dan ook kouder. Steeds fietsen we in het dal van de Rio Valcarce die we vele malen kruisen. Vaak boven ons de nieuwe snelweg die met zeer hoge pilaren vanuit het dal wordt ondersteund en heel hoge viaducten geeft. Onze weg is daardoor wederom vrij rustig. Zij het dat er zeer veel wandelaars zijn en soms grote groepen van wel 40 personen. Soms jongeren met slaapmatje en begeleiders, soms ouderen zonder al te veel bagage. Taxi's doen hier ook hun werk voor de geblesseerde lopers en degene die de trajecten willen bekorten. Daarnaast zie je busjes die bagage vervoeren voor de lopers. Ook in ons laatste hostel zaten drie lopers die zeer vroeg in de ochtend al vertrokken en hun bagage achterlieten.

De laatste 200 km wordt verwacht dat tweemaal per dag een stempel wordt gehaald voor de controle.  Vandaar dat dit laatste traject zo druk is waarschijnlijk. Met fietsers valt het eigenlijk wel mee.

 

Cruz de Ferro

Hieronder een beeld van Villafranca del Bierzo.

Daaronder de Santiagokerk in Villafranca.

Na de klim naar Cebreiro (1300 meter) volgt toch nog een iets hoger topje (Alto de Poio 1335 m.) Echt frusterend want we dachten al bij de top te zijn. Daarna kunnen we aan de afdaling beginnen.

De afdaling brengt ons met spectaculaire snelheid op een mooie weg en in de mist naar Triacastela. We zijn dan in de provincie Galicië. Aan het weer is dat te merken. Het wordt kouder. Het land groener. We zien ook weer wijngaarden.

Op en neer gaat het nu via Renche en Samos naar Sarria. Bij binnenkomst zie je hoge flatgebouwen en lijkt het daarom een moderne stad met veel voorzieningen. Wij komen terecht in een kleine minder bedeelde buitenwijk, maar vlakbij het oude stadsgedeelte. Daar is het gezellig druk en wordt het pelgrimsmenu weer aangeboden.

Vandaag ongeveer 80 km op onze teller. 

Maandag 1 juli 2019.

Bij het verlaten van Sarria komen we langs het klooster La Magdalena.

Het heeft ook dienst gedaan als hospitaal vanaf de 13 eeuw.

Tegenover het klooster is een begraafplaats zoals bij veel hospitals.

We volgen nu lange tijd de LU633 met enkele klimmen over 5 km tot 7%, daarna nog een klim tot 8 % enzovoorts tot we bij Portomarin komen met een groot stuwmeer van de Rio Miño dat in 1962 werd voltooid. Daarvoor kruisten nog over een brug datzelfde meer.

Galicië is kennelijk niet voor niets groen. Bewolking en motregen deelden onze ochtend. Later klaarde het weer op en werd het zelfs zonnig. De heuvels zijn niet hoog, maar volgen elkaar in rap tempo op. Soms heb je net geen snelheid genoeg om boven te komen en moet je toch terug naar een lage versnelling en dat kost veel energie. Maar soms gaan we ook met 50 km/uur naar beneden. Het laatste gedeelte van de rit gaan we over de N547. Drukker dan we gewend zijn, maar voor de liefhebber voor de tocht van volgend jaar: er is dan een nieuwe snelweg waardoor de N547 erg rustig zal zijn. Uiteindelijk bereiken we Arzúa en in de laatste kilometers zagen we de stad al liggen. We vinden een Pension del Peregrino en voor het eerst naar vier hoog sjouwen met onze tassen. Wel een mooie kamer met buiten waslijnen. Handig voor ons.

Vandaag ongeveer 80 km met wat pittige klimmen, maar uiteindelijk met het koelere weer ( 15 graden minder in het begin, later wat warmer) toch een goede fietsdag. Nog ruim 45 km naar Santiago.

Op de foto zie je mist. We gingen weg in de mist en later kregen we wat motregen. Toch genoeg voor de regencape. Veel wandelaars liepen al in regenkleding. Vandaag reden we vaak over de camino voor wandelaars. Het is erg druk om deze tijd en zo vlak voor Santiago. Eigenlijk geen doen om er dan met de fiets langs te rijden. Jongelui lopen niet achter elkaar, maar met vijven naast elkaar over de hele breedte van het pad. Ondanks "bueno camino" best lastig fietsen. In Portomarin zijn we gestopt en daarvoor moesten we flink omhoog. De oude stad is onder water verdwenen door de aanleg van het stuwmeer. Steen voor steen zijn de mooiste gebouwen afgebroken en hogerop weer in elkaar gezet. Dat is ook met de 12e eeuwse vierkante kerk San Nicolas gebeurd. Soms staan er nog nummers op stenen vanwege de herbouw.

 

 

Plaatje van vier hoog vanuit onze kamer.

Dinsdag 2 juli 2019.

Vandaag was zo'n dag dat de route niet ging zoals wij dachten.Verkeerde interpretatie van de beschrijving en we staan weer op dezelfde weg. Nederlandse caminofietsers met navigatie reden voor, maar slaan niet af waar dat zou moeten en dus betekende dat voor ons toch ruim 20 km omrijden.Het eerste gedeelte ging goed met de geur van eucalyptusbomen en regelmatig dalen en klimmen.Door het omrijden reden we deels over een drukkere weg en google-maps stuurt je door onbegaanbare bospaden.

Uiteindelijk in Santiago. Geen plaatsnaambord te zien. Op naar de kerk en het plein. Daarna naar het officiële bureau voor onze registratie als caminoganger en pelgrim. In de rij want we zijn niet de enigen. Wel 14 balies en iedereen werd persoonlijk bediend en gecontroleerd of aan de voorwaarden was voldaan. De laatste stempel kon je niet in de kathedraal halen, maar bij het bureau.

Daarna naar De huiskamer van het Nederlands Genootschap van St. Jacob in hetzelfde gebouw.Daar kwamen wel wat emoties los, want het is toch een flinke trip geweest.

En nu nog verder naar onze bus in Aguilar de Campo.

Morgen gaan we onze kampeerspullen met de post naar Nederland sturen. De kathedraal staat in de steigers en is binnen wel te bezoeken omdat het een museum is. Een mis voor pelgrims wordt in een andere kerk gehouden.

We gaan nog een kaarsje opsteken in dezelfde kerk, Sta. Maria de Camino.

 

Woensdag 3 juli 2019.

Allen bedankt voor de hartverwarmende reacties. Dat doet ons goed.

In de ochtend hebben we nog wat kampeerspullen naar Nederland gestuurd en zijn we nog naar de kerk geweest. Dat bleek een andere; namelijk San Fransisco. Daar hebben we een kaars opgestoken omdat we in Santiago goed zijn aangekomen en opdat we weer veilig thuiskomen. Daarna zijn we uit Santiago vertrokken voor de rest van onze reis naar Aguilar de Campos om op de bus te stappen. We volgen terug een groot gedeelte van de camino maar wel een ander traject. Het eerste gedeelte uit de stad zie je veel wandelaars die het traject gaan voltooien. Vanmorgen vroeg stond er bij het bureau al een rij wachtenden voor de compostela. Wij hebben 'm en hij is mee met de bagage naar Nederland. 

Hierboven de Fransiscuskerk en hiernaast onze kaarsjes bij het altaar van Fransiscus.

 

Santiago uit ging eerst over een drukke weg. Na 15 km ging het naar rustiger en mooie wegen. Veel bosgebied en ook weidegronden. Plaatsnamen worden weer in twee talen gemeld en anders wel overgeverfd met de regionale spelling. Nog steeds zien we bosbouw met eucalyptus- en dennenbossen. Verder buiten Santiago zien we steeds minder wandelaars en fietsers. Op het hoogste punt van een klim in een bos staat een historische Mariakapel Da Motta. Daar tegenover een vers waterpunt voor onze bidons. Lekker water zonder chloorsmaak. Onderweg bij een stop nog een stempel gehad, want we doen nog steeds de camino. Na de groene heuvels zien we Sobrado dos Monxes en dat wordt onze overnachtingsplaats. Als we willen slapen in een hotel moeten we iemand bellen. Dan naar een vierkamerappartement. Behalve wij is er nog een kamer bezet. Uiteraard keuken,douche en koelkast gedeeld. En de waslijnen weer op z'n Volendams buiten. Met katrollen de was verschuiven en zo veel ophangen. Mooi systeem.

Vandaag om 12.00 uur vertrokken uit Santiago en om 17.00 uur in Sobrado. Ongeveer 60 km. Het laatste gedeelte was een mooie fietsroute.

Donderdag 4 juli 2019.

Op naar Lugo met een route die in het begin nog druk is, maar later veel rustiger en over mooiere wegen. Natuurlijk steeds met een gestage klim, want we gaan weer naar hoger gelegen gebied. Onderweg paseren we de provinciegrens Lugo. De Rio Miño steken we over en deze rivier gaat ook naar Lugo. Vanaf de brug een mooi gezicht op de rivier met veel waterplanten die meedrijven met de stroom.

Lugo is een provinciehoofdstad, hoog gelegen op een heuvel aan de Rio Miño. Zo komen wij ook de stad binnen. Er is een vrijwel gave stadsmuur met meerdere poorten en zeker 10 meter hoog. Door de poorten kom je ook het oude centrum in.

De kathedraal lijkt op die van Santiago en van binnen ziet die er rijk en mooi uit. Veel houtsnijwerk en prachtige beelden. Lugo is genoemd naar de Romeinse heerser Lucus Augusta. Vandaar dat er thermen bij een Romeinse brug zijn gevonden. 

Na Lugo is de weg erg druk, ook met vrachtverkeer en we stoppen in Castroverde. Een onweersbui zorgde dat we in de regenkleding moesten. De eerste nattigheid was hagel. Even schuilen dus.

Er is maar één pension in Castroverde en daar vinden we plek. Vandaag 72 km.

Vrijdag 5 juli 2019.

De onweersbuien van de avond en de nacht bleken in de ochtend voor mist te zorgen. Een frisse start dus met veel klimwerk vandaag. Eigenlijk evenzwaar als de oversteek in de Pyreneeën. In de loop van de morgen kwam de zon al door. Geen hete dag vandaag en een mooie route. Zowel de klimmen als de afdalingen waren erg mooi. Kleine gehuchten en bijna alleen op de wegen. Prachtige vergezichten weinig voorzieningen in de dorpjes. 

Dit kerkje in San Antolin heeft aan de zijkanten soort luifels.

 

Eerst zagen we in de verte Fonsagrada en daar was gelukkig een winkel voor wat eten. Daarna een erg steile afdaling op een zeer slechte weg met weinig verkeer. Dan krijgen we weer een bergtrajact. Het lijkt wel of we vandaag veel omhoog gaan en weinig omlaag. Er zijn forse hoogte verschillen. Morgen zal dat ook zo zijn.

Via een stuwmeer en de rivier Rio  Navia komen we richting Marentes en San Antolin de Ibias. Een soort kloofachtig dal waar we in terecht komen en waar de weg langs slingert. Mooie weg dit keer. In Santolin de Ibias vinden we een hostel met eten. Veel voor weinig. Maar ook hier begint het te onweren en onze was hangt net buiten. Morgen dus de was buiten hangen op de fiets. Vandaag 75 km ondanks de vele klimmetjes.

Een mooie oude finca. Beetje vervallen. 

In dit gebied nog veel mijnbouw. Bergen kolen zie je en soms nog oude fabrieken. Alles in verval. De afvalbergen liggen er nog wel.

Hiernaast ons onderkomen in San Antolin. Bijzondere plek met dagmenu. Veel voor weinig. In de avond onweer met veel regen.

 

Zaterdag 6 juli 2019.

Ons wachten klimmen tot maximaal 12 %. Door de regen was het mistig en nogal koud. Maar met klimmen word je vanzelf warm. We fietsten in een kloof en aan het einde was je weer laag en ging je aan de andere kant weer omhoog. Keer op keer. Overal zag en hoorde je water. Geen vergezichten, we zaten steeds tegen de hellingen. De hoogte van 290 meter naar 1037 en we stopten in Sisterna dat op 825 meter ligt. Geen puf meer om verder te gaan. Met 41 km toch een pittige dag met een mooie route en heel weinig voorzieningen onderweg. Wel een paar mooie plaatjes onderweg gemaakt.

Zondag 7 juli 2019.

Om half negen op de fiets en direct weer omhoog (van 825m.) de smalle kloof in naar Alto del Campo op 1078 meter. Dit bleek een barbequeplaats te zijn. Een moedeloos begin in een vrij afgelegen gebied. We vroegen ons af wanneer dit anders zou worden.

In een van de kleine plaatsjes, Cerredo, was gelukkig een kruidenier. Ging echter pas om 11.00 uur open. Maar de man met de sleutel was nog onderweg. Veel gekeuvel daar met de lokale bewoners die daarover natuurlijk hun mening hadden.

De afdaling naar Villablino betekent het einde van het dal van de Rio Ibias en van haar zijdallen. In Villablino was het centrum van de mijnbouw.

Na Villablino gaan we verder omhoog langs de Rio Sil naar de pas van de Piedrafita de Babia (1270 m.) Daarna gaan we geleidelijk dalen in het dal van de Rio Luna. Het dal wordt steeds breder en om ons heen zien we op grotere afstand de heuvels en bergen.

We gaan de provincie Asturië uit en komen in Castille en Leon. De wegnummers veranderen daardoor ook.

Door al het water bijna een waterval over de weg. Ook veel stenen en rotsblokjes op de weg.

Met het geleidelijk afdalen schiet het vandaag iets beter op en we stoppen in Sena de Luna. Het hostal is gewoon dicht en het naastgelegen hotel zagen we bijna over het hoofd. Door een hek de oprijlaan op en een kamer besproken. Later zagen we een andere toegang via een parkeerplaats. Avondeten pas om 21.30 uur. Voor ons geen optie. Dus zelf onze etenswaren genuttigd.

Hiernaast een foto van ons hotel. Vandaag ongeveer 70 km.

 

 

Maandag 8 juli 2019.

Alle plaatsjes waar we vandaag langskomen hebben Luna in hun naam. De naam van de Rivier en ook van het stuwmeer dat er als een halve maan uitziet. Onze weg gaat vandaag deels langs het stuwmeer en dat is een mooie tocht. Het gebied kenmerkt zich verder als een mijnbouwgebied. Later zien we nog een grote cementfabriek in La Robia met bijbehorende koeltorens en ovens. Hier zijn ook spoorlijnen en elk plaatsje heeft wel een station. We blijven op en neer gaan tussen 950 meter tot 1200 meter. Niet al te moeilijke klims.

Bij de stuwdam is heel listig tussen de rotsen de sluis gemaakt en de dam oogt eigenlijk heel smal. Ver daaronder ligt een dorp in het dal. Het kan bijna niet anders dan dat er in het stuwmeer nog dorpen zijn verdwenen. Een snelweg gaat over het meer met een dubbele hangbrug met pilonen en veel tuien. In het midden zijn de twee bruggen tegen elkaar geschoven.

De weg die we reden was vernieuwd en verbreed. Het was de oude weg naar Leon en overal zag je nu vangrail. De oude muurtjes ter bescherming staan er nog wel, maar brokkelen vaak erg af. Als de cementlaag weg is gaat de verbrokkeling nog sneller. De vangrail staat voor de muurtjes. De oude brug in dit traject was gesloten en deels afgebroken. De bogen zagen we nog wel goed tegen de achtergrond van de nieuwe brug. Langs het stuwmeer lagen een paar kleine gehuchten en op slechts één plek was er een haventje met een camping en watersport.

Om een flinke berg te ontwijken bij Aralla de Luna volgen we de route verder langs het stuwmeer naar het zuiden in de richting van La Magdalena en La Robla.

Vandaag zijn we gestopt in La Vecilla de Curueño. Beide adressen niet meer in trek voor overnachting. Dus 10 km verder naar Boñar in een Hostal. Vandaag met wat verkeerd rijden en zoeken 85 km.

 

Dinsdag 9 juli 2019.

Een niet al te lange dag vandaag en een mooie route. We rijden nog steeds op de camino en volgen bij benadering de route die bij de Romeinen in gebruik was, maar vanaf de bronstijd met dolmen in de overlevering bekend stond als de sterrenbaan. Compostela is daarvan afgeleid. De mensen liepen onder een hemel van sterren. De heuvel waarin het graf van St. Jacob werd gevonden, was 's nachts op bijzondere wijze door sterren verlicht. Zo ontstond de naam Compostela, afgeleid van Campus Stellae (= veld van sterren). De route er naar toe van de Romeinen heette daarom de Sterrenweg.

Wij zien onderweg de tekens van de camino en vandaag heb ik ook nog een stempel gehaald. De laatste stempel komt in Aguilar de Campoo waar wij op de bus stappen.

 

In deze streek veel oude getuigen van de mijnbouw. Aan de heuvels en bergen te zien, zit er hier en daar best waardevol materiaal in de grond.

Zoals gezegd zijn we Castilië en Leon. De naam Castilië is vaak op borden weggestreept. Leon was ooit de koningsstad van Castilië. Waarom deze acties er zijn is niet duidelijk.

Vandaag dus een mooie route met Dick in zijn karakteristieke houding op de fiets in een mooi landschap. We stoppen in Puente Almuhey met ongeveer 40 km op de teller.

Woensdag 10 juli 2019.

Een latere start en we gaan weer een stukje omhoog richting Guardo. Een grotere plaats en gezellig druk. In de kerk voor de zekerheid nog een kaarsje opgestoken en bij het gemeentehuis een stempel gehaald. Veel interesse en vragen over onze tocht.

Even de juiste weg zoeken daarna en dan gaan we het dal in van de Rio Carrion. Een prachtig dal met een stuwmeer. We gaan langs de stuwdam naar het eind van het dal en daarna volgt nog een stuwdam en daarachter weer een stuwmeer. Het tweede stuwmeer voedt het eerste stuwmeer en tegelijkertijd wordt er stroom opgewekt. Het water niveau was laag en de hoogste stand was te zien aan de verwering langs de oevers. Scheelde zeker 10 meter.

Op het water zijn geen activiteiten te zien. Het gebied is deels nationaal park. Even zijn we in de provincie Palencia en later weer in Leon.

We blijven redelijk hoog fietsen. Tussen 1120 en 1280 meter gaam we op en neer. Niet al te lastig. Naar het einde van het dal en daarna naar het einde van het andere dal en aan de andere kant van het meer terug naar ons overnachtingsdorp.

Na Guardo alleen kleine plaatsen en we komen in Triollo voor de overnachting in een Hostel zonder ontbijt. Even in het dorp gevraagd naar een bakker en toevallig was de kaartclub op weg naar onze Hostel voor een rondje kaarten en drie kaarters van deze club wisten raad. Ons Hotel bakte namelijk zelf brood. Kortom hilariteit in de Hostel want wij geen Spaans en zij geen Engels, Frans, Duits. Een slimme kaarter wist iets van Engels, gelukkig. Gekke situatie opgelost. 

Vandaag een heel mooie route met prachtige uitzichten en rustige wegen. Ook deze weg is vernieuwd en de oude weg zien we vaak nog liggen. Langs de oevers aan het einde van de dalen zien we vee op plekken die nu droogliggen.

Vandaag 57 km en ons rest nog ongeveer 50 km naar Aguilar de Campoo.

 

Donderdag 11 juli 2019.

Als we Aguila naderen, zien we direct de burcht boven de stad. Voor we daar zijn, hebben we Triollo verlaten via een stevige klim en zien we achter ons nog net het stuwmeer. We komen na 20 km in Cervera de Pisuerga. De Rio Pisuerga volgen we dan over een grindpad naar Salinas tot de brug op de foto. 

Daarna gaat het rap naar Aguilar de Campoo en ook hier is een stuwmeer. De laagstand in de zomer komt door waterverbruik elders in Spanje en zagen we eveneens  bij andere stuwmeren.

Bij dit stuwmeer zien we wel strandjes en een camping in de buurt en er zijn bootjes op het water.Op de camping hebben we onze gasflessen afgegeven omdat wij die niet in de bus mee mochten nemen.

Boven de markt in Aguilar en onder onze pelgrimspas vol met stempels.

De brug over de Rio Pisuerga bij Salinas

In het klooster

Zicht vanaf de burcht van Aguilar

We waren vroeg in Aguilar en zochten een plek in de buurt waar onze bus zou vertrekken. Net over de brug naar het centrum was een hostal waar we twee nachten konden blijven en wel tot zaterdag 18.00 uur.

Aguilar is niet zo groot en bezit een groot klooster dat opgeknapt wordt met behulp van Europese subsidie. In 2020 moet de renovatie voltooid zijn.

Vrijdag 12 juli en zaterdag 13 juli zijn we dus in Aguilar gebleven en zaterdagavond in de bus gestapt naar Nederland. Slecht zeven fietsers waren in de bus en de reis ging direct naar Nederland. We vertrokken een uur eerder en zondagmiddag om 15.30 uur waren we in Utrecht. De ontvangst in Utrecht was overweldigend met familie en vrienden.

Daarna bij thuiskomst weer een ontvangstcomité. 

We zijn zeven weken onderweg geweest. Onze pelgrimspas is vol en de belangrijkste stempel was die in Santiago.

 

De terugtocht naar het vertrekpunt van onze bus was in het begin erg zwaar met flinke klimmen, maar de route was erg mooi en zeker de moeite waard.

 

Al met al een fantastische belevenis die we niet hadden willen missen.

 

Nogmaals bedankt voor alle reacties tijdens onze tocht.

 

 

 

 

 

23 mei - 14 juli 2019

Reactie plaatsen

Reacties

Christel Mantel
5 jaar geleden

Een mooi avontuur waar jullie een mooi verhaal bij hebben gemaakt met mooie plaatjes. Het ziet er bijzonder verzorgd uit en heb respect voor jullie prestatie. Uit de verhalen maak ik op dat jullie het erg gezellig hebben gehad en vaak ook moesten afzien. Ik hoop dat de ervaring jullie een hoop heeft geleerd! Groetjes Christel zwemvriendin van Dick.

Cees Hendriks
5 jaar geleden

Hallo Johan en Dick,
allereerst diep petje af voor jullie reis naar Santiago en de schitterende blog. Ik ben in meerdere opzichten een lotgenoot van Dick en hij liet mij vanavond met trots zijn Compostela en de stempelkaart zien. In het bijzonder het stukje van Auxerre naar Nevers via het Kanaal van Nivernais via Chatel-Censoir, Vezelay, en Chaumot waar ik vele goede herinneringen aan heb. Met de camping de l Ardan in Chaumot van Corrie en Rene als uitvalsbasis hebben wij het kanaal in meerdere etappes gefietst verspreid over een aantal jaren. Groetjes, Cees Hendriks